Start Learning Dutch in the next 30 Seconds with
a Free Lifetime Account

Or sign up using Facebook
Word Image
How to Ask "How Are You?" and Answer It
28 words
Word Image
How to Ask "How Are You?" and Answer It
28 words
Dank je wel.
(e)
Thank you.
Dank u, maar ik heb dit niet besteld.
Thank you, but I didn't order this.
Hoe gaat het?
(e)
How are you?
ik voel me goed
(e)
I'm good.
Ik heb een hoest.
(e)
I have a cough.
Ik heb hoofdpijn.
(e)
I have a headache.
Ik ben niet oke.
(e)
I'm not good.
Ik voel me ziek.
(e)
I feel sick.
Ik voel me niet gezond.
(e)
I don't feel well.
Ik voel me oke.
(e)
I'm okay.
Ik maak me zorgen.
(e)
I'm worried.
En jij?
(e)
And you?
Het gaat goed.
(e)
I'm fine.
Ik ben moe.
(e)
I'm tired.
Ik voel me slecht.
(e)
I'm feeling bad.
Dankjewel dat je er naar vraagt.
(e)
Thank you for asking.
Met mij gaat het ook goed.
(e)
I'm fine too.
Ik voel me slaperig.
(e)
I'm sleepy.
Ik voel me geweldig.
(e)
I'm great.
Hoe voel je je de laastste tijd?
(e)
How have you been recently?
Ik voel me niet slecht.
(e)
I'm not bad.
Ik sterf van de honger.
(s)
I'm starving.
Ik kan geen pap meer zeggen.
(s)
I'm exhausted.
Ik heb een vreselijke buikpijn.
(s)
I have a terrible stomachache.
Ik weet het niet zeker.
(s)
I'm not sure.
Ik voel me geweldig vandaag.
(s)
I'm feeling great today.
0 Comments
Top