Start Learning Dutch in the next 30 Seconds with
a Free Lifetime Account

Or sign up using Facebook
Word Image
Talking About Colors in Dutch
24 words
Word Image
Talking About Colors in Dutch
24 words
bruin
(a)
brown
Ze heeft bruin haar en kuiltjes.
She has brown hair and dimples.
grijs
(a)
gray
Grijze wolken zijn meestal een indicatie dat het gaat regenen.
Gray clouds usually indicate rain.
wit
(a)
white
zwartewitte koe
black and white cow
paars
(a)
purple
paarse jurk
purple dress
rood
(a)
red
rode appel
red apple
groen
(a)
green
De vuurvlieg zit op een groen blad.
The firefly is on the green leaf.
blauw
(a)
blue
kleur blauw
color blue
kleur
masculine
(n)
color
Wat is je favoriete kleur?
What's your favorite color?
geel
(a)
yellow
De timmerman draagt een gele helm.
The carpenter is wearing a yellow helmet.
zwart
(a)
black
zwarte kraai
black crow
licht
neuter
(a)
light
lichte kleuren staan je goed.
Light colors really suit you well.
beige
(a)
beige
beige kleur
beige color
oranje
neutral
(n)
orange
oranje wortel
orange carrot
roze
(a)
pink
roze gum
pink eraser
zilveren
(a)
silver
De zilver gekleurde pen ziet er duur uit.
The silver colored pen looks expensive.
gouden
(a)
gold
zwart-gouden ballpoint
black and gold ballpoint pen
donker
neutral
(a)
dark
De auto is eigenlijk donkergroen.
The car is actually dark green.
indigo
(a)
indigo
indigo sweater
indigo sweater
perzik
masculine
(a)
peach
helder
(a)
bright
De zon is helder.
The sun is bright.
Welke kleur is het?
(e)
What color is it?
Ik hou niet van deze kleur.
(s)
I don't like this color.
Ik hou van deze kleur.
(s)
I love this color.
Mijn favoriete kleur is blauw.
(s)
My favorite color is blue.
0 Comments
Top